Boodschappen

Mensen hebben nogal eens de neiging om ‘o, maar dat heb ik ook!’ tegen me te zeggen. Ongetwijfeld willen ze daarmee troost bieden. Het is helemaal niet zo erg als het lijkt, je bent nog tot heel veel in staat. Ik snap dat. Maar het tegenovergestelde gebeurt. Het bagatelliseert. Daarom probeer ik altijd duidelijk te maken dat ik vóór het ongeluk niet zo was. En dat er voor mij dus wel degelijk iets is veranderd. Dat ik mezelf niet meer ben. Dat ik geconfronteerd word met beperkingen die ik eerder niet had. En dat dat voor mij soms lastig is. Daarom nu ook eerst een stukje over hoe boodschappen doen voor mij was voor ik hersenletsel had.

Ik had niet altijd zin om boodschappen te doen. Gewoon omdat ik liever op de bank wilde hangen, een boek wilde lezen of eerst mijn lessen wilde voorbereiden. Maar boodschappen doen vond ik best leuk. Op vakantie helemaal. Dan kon je me er bijna voor wakker maken. Ik maakte nooit boodschappenlijstjes. Ik liep de supermarkt in, liet me inspireren door de aanbiedingen, bedacht ter plekke recepten en sprokkelde de ingrediënten bij elkaar, terwijl ik ook de nodige voorraad als kattenvoer en wc-papier tijdig wist aan te vullen. Met volle tassen kwam ik thuis, zelden iets vergeten, zelden te veel in huis gehaald.

Boodschappen doen nu is verworden tot één van de naarste dingen in mijn leven. Ik probeer het zo veel mogelijk te vermijden door maximaal eens per week boodschappen te doen en zo mogelijk online te shoppen en de boodschappen te laten bezorgen. Waarom is dit zo naar? Misschien kun je dat een beetje zelf ervaren. Doe dan het volgende:

Neem, een volgende keer dat je een supermarkt binnenstapt, even een moment om al je zintuigen maximaal open te stellen. Begin met het geluid: luister gericht naar de muziek. Hoor gelijktijdig de piepjes van de kassa, de rollende winkelwagentjes, het neerzetten van een doos of krat door het winkelpersoneel en elk woord dat door het winkelend publiek en het personeel wordt uitgeproken. Hoor je de muziek nog steeds? Opletten, hè? Terwijl je al deze dingen bewust laat binnenkomen, richt je je aandacht ook op het licht. Waar komt het licht allemaal vandaan? Is er één lichtbron? Eén soort licht? Of zijn er meerdere. Laat al dat licht binnenkomen. Kijk om je heen. Registreer nu alles wat je ziet: de mensen, hun kleren, hun bewegingen. Alle, maar dan ook echt ALLE artikelen die daar te zien zijn. De vloer (heeft hij spikkeltjes of niet? zijn het tegels? hoe liggen ze?). Ben je je nog steeds bewust van alle geluiden? Muziek, kassapiepjes, pratende mensen? Laat je aandacht niet verslappen! Let nu op de geuren. Is er een verse broodafdeling in de winkel? Ruik je misschien het fruit of de verse kruiden? Loopt er misschien iemand die stinkt dicht langs je? Wees je bewust van alles geuren, maar vergeet ook de geluiden en alles wat je ziet niet. En ga dan nu op zoek naar je boodschappen.

Ik denk dat het je niet eens lúkt om daadwerkelijk alle prikkels tegelijk te laten binnenkomen. Je brein is er in getraind te filteren, om enkel de informatie die je op dat moment nodig hebt of waar je je aandacht op richt door te laten. Gelukkig maar! Want zou je alles tegelijk zien, horen, voelen, ruiken, dan zou je helemaal kriegel worden en nergens meer toe in staat zijn. En dát is dus precies waarom boodschappen doen voor mij zo naar is. Ik heb geen keus. Ik zie, hoor, ruik en voel alles. En dat is in een supermarkt heel veel. Om op zo’n moment nog na te moeten denken, te moeten zoeken, beslissingen te moeten nemen, is onmogelijk. Daarom is een boodschappenlijstje essentieel geworden. Ook koop ik vrijwel altijd dezelfde producten. In dezelfde winkel. Aangezien mijn geheugen zeer goed werkt (als de informatie tenminste opgeslagen wordt, daar gaat het nog wel eens mis), weet ik alles met mijn ogen dicht te vinden. De eieren staan in het tweede pad, tweede meter van links, tweede plank van onder. De melk in de hoek van de koeling, tweede meter van links, bovenste plank. De pindakaas tweede pad, tweede meter van rechts, onderste plank. En zo kan ik alles wat ik regelmatig koop direct vinden. Heb ik iets nodig wat ik zelden koop, bestel ik het via internet. Want zoeken is geen optie. Want zoek ik, dan moet ik nog meer informatie laten binnenkomen. Ik moet naast al die prikkels die er toch al binnenkomen, bewust mijn luikjes openzetten voor schappen vol producten en daaruit het juiste filteren. Dat kost ONGELOOFLIJK veel energie.

Even boodschappen doen. Zelfs als het rustig is, is het een helse klus.

Vannacht droomde ik dat ik weer in de supermarkt, waar ik jaren mijn bijbaan had, werkte. Mét hersenletsel. Waarom ik in mijn dromen niet hersenletselvrij mag zijn, is me een raadsel, maar dat terzijde. Uitgeput en met knallende koppijn werd ik wakker. Wat. Een. Hel. 

9 responses to “Boodschappen

  1. Wat zou ik je graag dromen gunnen waarin je alles kunt wat je kon.. Want idd wat een gelul dat je zelfs als je slaapt overprikkeld kunt worden!!
    *zich inhoudt met een heb-ik-ook-verhaal*
    X

  2. .. wat dus op de valreep alsnog mislukte.. 😉 …

  3. En toch: ‘ dat heb ik ook’ kan best kloppen. Vrijwel iedereen met NAH heeft er in meerderecof mindere mate last van. Ik in meerdere mate. Ik kom helemaal niet meer buiten.

  4. hmm ik ben een tijdje hersenletselvrij geweest in mijn dromen en das ook niet alles. Was ik lekker aan het fietsen ‘s nachts had ik er helemaal zin in als ik wakker werd, wake up call, dat kun je niet. Gggrrrrr Haha, zo zie je maar weer. Ik wou nou net dromen van leuke dingen die ik MET mijn beperkingen kon doen. 7 jaar later droom ik daadwerkelijk over avonturen met mijn driewieler die ik inmiddels al een paar jaar heb.

  5. ja dat heb ik ook!
    Als ik op vrijdagavond een biertje in cafe drink, met vrienden in een vol restaurant ga eten, met een paar kennissen op een druk plein afspreek.

    Ik hoor van ieder gesprek in die ruimte één of twee woorden, dat zijn er tientallen, soms honderden woorden die tegelijkertijd binnenkomen en die niets met het gesprek te maken hebben dat je met je lief, je vamilie, je vrienden voert.

    “Oh ja!”, “weet je”, “gisteren”, “morgen”, “vandaag”, “wij”, enz. enz. maken het allemaal verdomd lastig om iets in een drukke omgeving af te spreken.

    Iederen heeft er begrip voor, maar na de derde keer wordt het wel saai en moet het wel afgelopen zijn.

    Ik heb MS,

    Bart

  6. Zó herkenbaar dat ik er spontaan van in tranen uitbarstte. Daarom is ‘even’ boodschappen doen er sinds dat auto-ongeluk ruim zes jaar geleden niet meer bij. En daarom word ik in de wachtkamer in het ziekenhuis – zwierig behang in alle felle kleuren door elkaar, paarse en rode stoelen en oranje zeil op de vloer, elke stoel bezet, harde housebeat uit de i-pod links van me en een halve fles opium-parfum op de dame rechts – duizelig en misselijk. En ‘even doorzetten’ is de oplossing ook niet, om een duidelijke reden. Dat hele woord ‘even’ moet eigenlijk worden geschrapt, Geldt nergens meer voor, alles kost veel energie, vooral op pad gaan. En ik maar denken dat het aan mij lag. Dankjewel, ik heb er heel veel steun aan om te lezen dat ik de enige niet ben!

    Anne

    • Overprikkeling is denk ik een behoorlijk onderschat en onbekend probleem, waar ontzettend veel mensen last van hebben. Het beperkt je leven enorm. Dingen ‘even’ doen is er inderdaad niet meer bij. Fijn dat je iets aan mijn stukje hebt en heel veel sterkte!

  7. Kleine boodschapjes (helft vergeet ik toch weer ook met lijstje), kleine meid VAST in de wagen in de bekende buurtsuper… dat ken-net……

    mijn man doet de grote boodschappen in het weekend……

Leave a comment