Nostalgie

Met Kerstmis word ik nogal nostalgisch. Dat is een grove leugen. Ik ben altijd nostalgisch. Nostalgisch is my middle name. Nostalgisch en romantisch. Het is maar goed dat ik ook nuchter en rationeel ben, anders zou ik als dweperig bakvisje niks meer gedaan krijgen, eeuwig verzonken in dromen over vervlogen tijden. Maar goed, Kerstmis. Kerstmis voedt mijn nostalgische aard. Dat is niet zo gek. Want onze Kerst was vroeger perfect.

De feestdagen waren bij ons thuis doordrenkt van tradities. Heerlijke tradities. De kerstboom kwam altijd heel laat, één of twee dagen voor kerst, en dan werd het hele huis in kerstsferen gebracht, tot het speciale kersttafellaken aan toe. We zetten de kerstplaat op (maar wel pas ná Sinterklaas; de Sinterklaasplaat pas ná Sint Maarten), maakten een kerststukje op school en kregen soms nieuwe kleren, die we pas aanmochten op kerstavond. Want dan begon het.

Zodra we oud genoeg waren, gingen we mee naar de nachtmis. In onze nieuwe kerstkleren. De leukste kerk van het jaar en niet alleen vanwege de kerstkransjes die we na afloop kregen. Dat we na afloop ook alle enge mensen uit de kerk een hand moesten geven en ‘Zalig Kerstfeest’ moesten wensen, namen we op de koop toe. Na middernacht liepen we naar huis, als we geluk hadden sneeuwde het. Mijn vader liep 5 meter voor ons – mijn moeder noemde hem steevast een Turk – en wij zongen kerstliedjes om onszelf warm te houden. Naast onze dunne panty’s maakte ook de slaap het tot een ijskoude wandeling. Thuis bleven de lichten uit en staken we kaarsjes aan. Het was Kerst! We aten chocola en toastjes tot we omvielen en naar bed gingen.

Eerste kerstdag werden we gewekt door de fanfareband uit het dorp – een in het dorp alom geliefde traditie die tot op de dag van vandaag bestaat – die op iedere straathoek zachtjes Stille Nacht speelt. Naar beneden mochten we nog niet en de tijd totdat het signaal daarvoor werd gegeven duurde als kind een oneindigheid. Alleen mijn moeder was beneden en dekte de ontbijttafel met allerlei lekkers en stak de kaarsjes aan. Zodra ze de kerstplaat opzette en Mahalia Jackson keihard door het huis schetterde, mochten we naar beneden.

Er volgden twee heerlijke lange lome dagen vol verveling. Het goede soort verveling, want zo vaak kwam het niet voor dat we alle zes de hele dag thuis, binnen en beneden waren. We speelden spelletjes, keken The Sound of Music en de dagen duurde eindeloos. Mijn moeder kookte een 4-gangendiner en wij maakten menukaartjes en dekten de tafel. Of we gingen gourmetten of fonduën in zo’n mooie jaren ’70 oranje fonduepan. Zowel bij het ontbijt als bij het avondeten kregen we ruzie over wie de kaarsjes mocht uitblazen.

Nog altijd ben ik dol op Kerstmis, ook al is het jaren geleden dat we het op deze manier hebben gevierd. Ook dit jaar zal ik weer worden gewekt door de fanfareband. Maar ik ga niet naar de nachtmis. Mijn moeder zal de kerstplaat niet opzetten en de tafel niet dekken. Maar ze is er wel bij. Voor de laatste keer vier ik Kerstmis met allebei mijn ouders. Nostalgie galore, me dunkt.
Zalig Kerstfeest.

Leave a comment